Laat ik mijn peuter uit huis plaatsen of niet? Dat is de vraag waar we momenteel mee worstelen. Timo heeft sinds kort een PEG-sonde. De volgende stap is om hem weer normaal te leren eten. Daar zijn verschillende opties voor. Aan ons de keuze hoe we dat gaan doen. Maar wát een rotkeuze.

 

Zo is er de mogelijkheid voor een eettraining van twee weken, gevolgd door online begeleiding. Ik bekijk de website en zie afbeeldingen van kinderen op een groot plastic kleed die van top tot teen onder het eten zitten. Een picknick, waar ouders eten en kinderen voedsel spelenderwijs mogen ontdekken. Zonder enige druk en met al hun zintuigen. Een mooie filosofie, maar niet geschikt voor mij. Ik vind niks viezer dan kinderen die van top tot teen onder het eten zitten. Deze aanpak valt dus af.

 

Next. Een medisch kinderdagverblijf waar eettherapie aangeboden wordt. Op een druilerige  zondagmiddag rijden we naar zo’n kinderdagverblijf bij ons in de buurt. Vanaf de lege parkeerplaats staren we naar de vrolijke raamtekeningen op het betonnen gebouw. Links ervan ligt een tankstation, rechts een goedkoop hotel met vitrage voor de ramen. We zitten, kijken en zeggen niks. Zonder er ook maar één woord aan vuil te maken, start Alexander de auto en rijdt weg van deze plek. Om hier nooit meer terug te keren.

 

Dan is er nog de behandeling waar Timo intern zou moeten gaan. Een aantal maanden –soms wel negen- wonen de patiëntjes in het ‘eethuis’. Van maandag tot en met vrijdag, op zeker een uur rijden bij ons vandaag. De gedachte aan mijn jongetje van twee, alleen in een vreemd bed met zijn knuffel in zijn armpjes geklemd, breekt mijn hart. Ik krijg er letterlijk pijn in mijn buik van.

 

Begrijp me niet verkeerd; de behandeling in deze huizen staat hoog aangeschreven. Ze zullen vast fantastisch voor mijn kind zorgen. Maar ik voel aan alles dat dit niet het juiste pad is. Niet voor ons en niet voor hem. Laat je bij een keuze als deze je gevoel de logische,  rationele argumenten overstemmen? Wij dus wel. Slim? Misschien niet. Maar mijn moederhart schreeuwt dat we dit niet moeten doen.

 

Wat willen we dan wel? Een zo normaal mogelijk leven dat een tweejarige hoort te hebben. En zo dicht mogelijk bij hoe een ‘normaal’ gezin hoort te functioneren. Dát is wat we willen en waar we naar gaan zoeken.

 

Ik geloof vanuit het diepst van mijn tenen dat een moederhart weet wat het beste is voor haar kind. En ja, je wordt soms geleid door angsten. Maar wanneer je angst en intuïtie weet te scheiden, dan komt daar vanzelf het juiste pad om te bewandelen. Durven vertrouwen op je eigen plan, betekent soms ook niet meegaan in de gangbare paden. Tegendraads zijn en adviezen naast je neerleggen. En dat laatste is moeilijk. Want hé, een deskundige weet toch het best waar hij het over heeft?

 

Maar jij bent deskundige over je gevoel en je levensweg. En daarover heb jij de regie en bepaal jij de regels. Dus vanaf nu trekken we weg van de gebaande paden en nemen we het kronkelende bospad. Waar soms stronken de tocht bemoeilijken en we modderpoelen moeten doorwaden. Waar zo nu en dan één van ons vier zal struikelen. Maar het is het pad waar de bomen groen zijn en de vogels fluiten. Het pad dat we met z’n vieren kunnen nemen. Het pad dat zoveel mooier is dan geplaveid beton.