Wanneer je schrijft over de mooiste en meest inspirerende reisbestemmingen, zijn er bedrijven die graag met je samenwerken. Die willen dat je hun producten promoot en een goed woordje voor ze doet. Mijn criterium of ik wel of niet met ze in zee ga? Zou ik het product zelf kopen of zou ik de dienst zelf gebruiken. Indien nee; geen samenwerking. In dit geval; een dikke ja.
Wereldkaartposter
Toen ik werd benaderd of ik een Wereldkaartposter wilde uitkiezen en daar wat moois over wilde schrijven, twijfelde ik geen seconde. Als kind al zat ik uren met een atlas op mijn schoot te dromen over verre, onbekende landen aan de andere kant van de oceaan. Een wereldkaart prikkelde mijn fantasie en deed me mijmeren over dat wat ik nog niet kende. En nog steeds zorgt een atlas of wereldkaart ervoor dat ik a la minuut op reis ga in mijn hoofd.
Goud en aluminium
Als een kind in de snoepwinkel scrolde ik door de pagina van Wereldkaarten.nl en koos voor een mooie grote (90 bij 60 centimeter) wereldkaart in goud op geborsteld aluminium. Stylish, clean en enorm verantwoord in je interieur. En nu het goede nieuws; dit mooie exemplaar ter waarde van EUR 79,95 kan binnenkort van jou zijn. Zodat ook jij liggend op je bank kan fantaseren over je volgende trip.
Hoe kan je winnen?
Laat onder dit bericht op Facebook of Instagram een reactie achter met daarin:
Een tag naar degene met wie jij het allerliefst op reis zou gaan;
De bestemming waar je met hem of haar naar toe wil;
Nu Kerst voor de deur staat, is het tijd om een paar versnellingen terug te schakelen. Het werk is afgerond, de boodschappen zijn binnen en de pakjes liggen onder de boom. Tijd voor ontspanning. Hoe kan dat beter dan uitgebreid badderen met een kop thee en een fijn tijdschrift. En natuurlijk met een scheut verzorgende badolie, die jouw lijf nét dat verzorgende extraatje geeft. En als je dan even me-time inplant, dan doe je dat natuurlijk wel met één van deze drie luxueuze oliën.
Lola’s Apothecary Delicate Romance Bad & Douche Olie
Het is een mond vol, maar dan heb je wel wat. Een in Engeland, met de hand gemaakte olie boordevol biologische extracten. Dit 100% natuurlijk product bestaat uit rozen, geranium, warme kruiden met vanille, patchoeli, sinaasappel, citroen en sandelhout. De geur van rozen heeft een helende werking en vermindert stress. Een paar drupjes in je bad en je komt er zijdezacht en relaxed uit.
In de winter heeft je huid te lijden onder kou en centrale verwarming. Het gevolg; een droge en soms geïrriteerde huid. Te lang badderen is dan niet het beste plan, tenzij je een goed voedende olie aan het badwater toevoegt. De Atlantic Kelp olie van Ren is hier een hele fijne voor, met dank aan de krachtige ingrediënten. Zo zorgt magnesium voor spierontspanning. Atlantische kelp is een zeewier met een hoog jodiumgehalte en herstelt de huid dankzij de voedende eigenschappen. Na een relaxmoment met deze wonderolie is je huid gehydrateerd en ontspannen.
Al eerder schreef ik over de producten van Susanne Kaufmann. Vooral van haar badproducten ben ik groot fan, vanwege de 100% natuurlijk ingrediënten, hoog geconcentreerde werkzame stoffen en de prachtig vormgegeven flessen. Alle bestandsdelen komen uit de Alpen, waar Susanne Kaufmann zelf is opgegroeid. Oil Bath for the Senses bevat ylang-ylang, lavendel en patchoelie en brengt je hele lijf weer tot rust. Ook je mind wordt relaxed door deze mix van bloemen. De geur brengt een beetje lente in deze donkere maanden.
Het goede nieuws: alle drie de badoliën zijn vrij van parabenen, siliconen en sulfaten. De flessen zijn van glas en dus recyclebaar en de gebruikte producten zijn zoveel mogelijk lokaal. Want als je goed voor jezelf zorgt, is het ook fijn om goed voor de wereld om je heen te zorgen.
Slapen; de één gaat liggen en is binnen no time in dromenland. De ander ligt uren te woelen en komt met moeite in slaap. Zo’n anderhalf miljoen mensen hebben slaapproblemen. Dit varieert van moeilijk in slaap kunnen komen tot ’s nachts wakker worden. Al eerder schreef ik een artikel over de gevolgen; concentratiestoornissen, huidproblemen of nog erger; gezondheidsproblemen zoals suikerziekte en hart- en vaatziektes. Dat wil je niet. Maar wat als het bekertje warme melk voor het naar bed gaan niet meer helpt?
Slaapworkshop TRE & yoga
Vanaf woensdagavond 9 januari organiseert Heart to Heart in Bussum een 7-weekse cursus om beter te slapen. De cursus combineert verschillende yogatechnieken, zoals ademhalingsoefeningen en Yoga Nidra (“slaapyoga”) met TRE; een simpele, maar doeltreffende methode om opgebouwde spierspanning en onverwerkte emoties uit het lichaam op te lossen. Het resultaat: makkelijker in slaap vallen en een diepere slaap.
Nu zal je over yoga wellicht niet zoveel uitleg nodig hebben. Inmiddels liggen velen van ons regelmatig op de mat en weten we hoe heilzaam het is, zowel fysiek als mentaal. Maar TRE is the new kid in town en zal bij de meesten nog geen belletje doen rinkelen. TRE staat voor Tension & Trauma Releasing Exercises en is een techniek om stress te ontladen.
De filosofie erachter is dat de mens eigenlijk zelf heel goed in staat is om stress te ontladen, maar dat we dat ontwend zijn. Door te trillen ontdoet het lichaam zich van spierspanning als gevolg van acute stress. De uitdrukkingen ‘beven als een rietje’ en ‘staan trillen op je benen’ zijn er niet voor niets. Wanneer je een flinke adrenalinepiek hebt gehad, sta je vaak letterlijk te shaken.
TRE voor langdurige stress
Tegenwoordig is onze stress meestal niet acuut, maar juist langdurig. Werk, ons sociale leven, de constante stroom aan informatie via social media; als het niet in balans is kan het zorgen voor chronische stress, die zich vast zet in je lichaam. En wat krijg je dan? Hoofdpijn, pijn in je rug en nek, slaapproblemen…
Tijdens een sessie TRE bouw je met zeven simpele oefeningen spierspanning op. Daarna neem je plaats op een yogamat en laat je je lichaam zijn natuurlijke gang gaan. Langzaamaan voel je -meestal vanuit je benen- de trilling ontstaan, waardoor de opgehoopte spanning een uitweg krijgt. Bij de een is het een nauwelijks waarneembare beweging, bij de ander doet het hele lichaam mee. Hoe vaker je het doet, hoe sneller je lichaam het proces herkent en de ontspanning toelaat. En het goede nieuws? Het is super easy thuis te doen. Dus geen pillen meer, maar shake jezelf voortaan in slaap.
Lees hier alles over de slaapworkshop bij Heart to Heart
Wat wil ik nou eigenlijk écht met mijn leven? Ik doe werk dat ik niet zo leuk meer vind, heb het gevoel dat het leven voorbij dendert en dat ik op deze manier niet nog tientallen jaren door wil. Maar wat wil ik dan…?
Herkenbaar? Voor mij wel. Althans, enkele jaren geleden. En toen was daar Claire van den Heuvel met haar Clairity Course. De cursus die mij helderheid en verandering bracht.
Clairity Course
Claire is auteur, spreker, coach, maar bovenal méns. Een mens met al haar imperfecties, die ze zonder voorbehoud omarmt. Inspirerend. Ze zet maskers af, bij zichzelf en bij haar cursisten en onderzoekt samen met jou je basis. Wie ben je? Waar word je gelukkig van? Waarom doe je wat je doet? En pas als deze vragen helder zijn, is het tijd om aan de slag te gaan met de volgende stap; gaan doen waar je echt blij van wordt. Of je nu al ondernemer bent of wanneer je nog twijfelt om die stap te zetten; de Clairity Course helpt je om je doelen te bereiken en je dromen te verwezenlijken.
Een programma van vijf maanden neemt je mee op reis door jezelf. Door middel van wekelijkse online lessen in de Clairity Academy, video’s, webinars en vier live trainingsdagen ga je aan de slag met vragen die je steeds meer antwoorden over jezelf geven. Die steeds duidelijker maken wat je wil met je leven. En dat alles in een groep met andere leuke vrouwen, die je na de cursus nooit meer wil missen.
Na de Clairity Course…
Weet je precies wat je wil en hoe je dat gaat bereiken;
Heb je de eerste stappen gezet op weg naar jouw doel;
Heb je geleerd dit in je eigen tempo te doen en in balans met je privéleven;
Ken je jezelf een heel stuk beter;
Durf je jezelf te laten zien zoals je bent.
Wat bracht de Clairity Course mij?
Een heleboel. Ik begon met Maison M, startte met de opleiding Journalistiek, publiceerde mijn eerste artikelen in de NRC en de Marie Claire, vond een baan bij de televisie en fine tunede Maison M tot wat het nu is. Ik doe wat ik het allerliefste doe; schrijven en werken in de media. Had ik de stap gewaagd zonder deze cursus? Geen idee, misschien wel. Maar Claire heeft mij geleerd mijn hart te volgen en te vertrouwen op mezelf. Om keuzes te maken die wellicht voor anderen onnavolgbaar zijn, maar voor mij kloppen. En die dus ook blijken te werken…
De producten van Susanne Kaufmann zijn niet zomaar cosmeticaproducten. Het is next level verzorging, een cadeautje voor jezelf. En dat mag je jezelf best zo nu en dan gunnen. Of misschien zijn Sint en de Kerstman je dit jaar goedgezind. Het kan wellicht geen kwaad om ze dit artikel eens onder hun neus te schuiven. Want geloof me, de adventkalender van Susanne Kaufman die wil je. Of anders één van de badolies, crèmes of kruidenthees.
1. De kracht van de natuur
Als klein meisje leerde Susanne Kaufmann van haar oma over plant power. Als Alpenmeisje bracht ze haar dagen door in de natuur en leerde ze de helende werking van tientallen planten kennen. Nu, jaren later, ontwikkelt ze haar producten op basis van planten gevonden in het Bregenzerwald. Door deze koud te persen en te concentreren, behoudt ze alle actieve bestanddelen. En dat resulteert dan weer in een scala aan de meest fijne producten voor gezicht en body, die je het liefst allemaal op je kaptafel wil hebben.
2. Duurzaamheid
Altijd prettig als een cosmeticamerk produceert met respect voor dier en natuur. Susanne Kaufmann belooft dat de meeste van haar producten dierproefvrij zijn. Het verpakkingsmateriaal bestaat grotendeels uit recyclebaar glas. Om de ecologische voetpint zoveel mogelijk te beperken, wordt er gewerkt met hoofdzakelijk, regionale leveranciers en producten.
3. Een cadeau voor jezelf
En last but not least zijn de producten gewoon heel erg fijn en mooi vormgegeven. De adventkalender is mijn absolute favoriet en traditiegetrouw krijg ik deze van de goedheiligman. Maar ook van een fles Oil Bath Winter word ik heel erg blij. De verwarmende olie ruikt naar kaneelstokjes en kruidnagel. De olie zit in een grote glazen fles met daarin kruidentakken en is zo mooi dat het bijna zonde is om het daadwerkelijk te gebruiken. Maar desalniettemin; doe het. Maak een warm bad, steek de kaarsjes aan en relax.
Eerst een woord vooraf: het onderstaande artikel over detoxen is op geen enkele wijze wetenschappelijk onderbouwd. Of überhaupt een opsomming van feitelijke juistheden. Het is slechts mijn persoonlijke ervaring met sapkuren. Niets meer en niets minder. Dus als je op zoek bent naar facts and figures dan zit je verkeerd. Maar… als je benieuwd bent waarom ik zo nu en dan graag detox; blijf lezen. En wedden dat jij straks ook wil?
Waarom ik graag detox:
Energie
Nadat ik heb gedetoxed voel ik me altijd topfit. Of ik nou een dag aan de sap ga of dat ik een kuur van drie dagen doe; it works for me. Het lijkt wel of ik daarna meer energie heb. Overigens is dit tijdens de kuur niet altijd zo. De ene keer ga ik er fluitend doorheen, maar de andere keer heb ik honger en ben ik lusteloos. Ik kan me voorstellen dat dit van een heleboel factoren afhankelijk is, zoals je activiteiten gedurende de dag, je fitheid bij aanvang van de kuur en je algehele state of mind.
Tijd
Een detox scheelt zóveel tijd. Geen boodschappen doen, niet koken, niet afwassen, niet hoeven nadenken over wat je moet eten. Alleen dat zijn al redenen genoeg om een sapdag in te lassen. Of twee. Of drie.
Het is lekker
Super subjectief natuurlijk, maar ik vind niets lekkerder dan een vers gemaakt sapje. Nou ja, patat met mayo scoort natuurlijk ook hoog, maar serieus; ik geniet echt van een detox. Nu heb ik het geluk dat er bij mij in de buurt een waanzinnig goede sapbar zit –Juice Monkey– die echt de allerlekkerste combi’s maakt. Dus mocht je in de buurt zijn; sla deze vooral niet over.
Dun
Zo voel ik me althans na een kuurtje. Echt afvallen doe ik er niet van, hoewel het soms wel als mindset kan werken om weer even wat gezonder te gaan eten.
Me-time
Als ik mezelf echt even wil verwennen, dan boek ik een detoxweekend. Drie dagen zonder man en kinderen, soms alleen, soms met een vriendin. Nu hoor ik je denken “Je gaat een weekend weg, waarom dan detoxen? Waarom niet gewoon naar Ibiza met heel veel wijn en eten?” Dat laatste is ook zeker een goede optie, maar na een detoxweekend kan ik er weer weken tegenaan. Ik heb nu een aantal keer geboekt bij Lighthouse Works, die tijdens de detoxweekenden ook fijne extra’s als yoga en verschillende massages aanbieden. Na zo’n weekend heb ik niet alleen bakken met energie, maar ben ik ook mentaal opgeladen.
“Kijken naar wat er wél is, in plaats van focussen op wat er niet is.” Dat is wat Yfke -oprichtster van LIEFKE- graag wil. LIEFKE is ontstaan vanuit de wens om stil te staan, om de tijd te nemen en om ruimtes leeg te laten. Een tijdschrift uniek in zijn soort. Zonder schreeuwerige reclames, felle kleuren en gezochte inhoud, maar vooral mét betekenisvolle inhoud en heel veel mooie plaatjes.
LIEFKE: puur, eerlijk en alledaags
Het is wat opvalt zijn de waanzinnig mooie foto’s, veelal in rustige, natuurlijke kleuren. Waar afbeeldingen meestal dienend zijn aan de verhalen, is het hier haast andersom. De foto’s trekken. Je wil kijken en dan pas weten wat er eigenlijk staat. En dan blijkt wat er staat net zo mooi als de foto die je aandacht zo greep. Verhalen over kleine alledaagse dingen. Een stuk natuur in Nederland. En dan niet de gebaande paden, maar juist die ene plek waar je zomaar voorbij zou lopen. Maar als je dan wel even stilstaat zoveel moois kan ontdekken.
Ook zijn er portretten van bijzondere interieurs, hotspot’s en mensen. Niet omdat ze instaproof of hip zijn, maar juist omdat ze uitblinken in het alledaagse of het pure. Omdat ze met hun daden en verhalen proberen zo eerlijk mogelijk te leven. Artikelen over rust, balans en positiviteit. Recepten met slechts een paar ingrediënten. Geen ingewikkeld gedoe, maar écht, overzichtelijk en van goede kwaliteit. Net als het magazine zelf.
Verantwoord geproduceerd
In het kader van practice what you preach wordt LIEFKE zo duurzaam mogelijk geproduceerd en in eigen beheer uitgegeven. Goed zorgen voor jezelf en goed zorgen voor de wereld om je heen. Een absolute aanwinst in tijdschriftenland.
Verscholen in de Gooise bossen ligt de secret hide-awayBrambergen. Op het terrein van Natuurmonumenten dook een paar jaar terug dit fijne café-restaurant op. Op doordeweekse dagen is het hier een oase van rust en daarom de ultieme werkplek. Klap je laptop open (of juist niet en geniet gewoon…) op één van de houten picknicktafels van het terras, terwijl de ooievaars over je heen vliegen en kikkers in de omringende sloten luidkeels kwaken. In de wintermaanden knispert binnen het haardvuur en transformeert Brambergen tot een hippe herberg waar je nooit meer weg wil.
In de weekenden is Brambergen drukker, met wandelaars, vriendengroepen en gezinnen met kinderen. In het aangrenzende OERRR-speelbos kunnen kinderen vanaf zes jaar spelen in de stoere boomhut, het klimbos of in de aangrenzende zwemvijver. Droge kleren meenemen is een must, want gegarandeerd belanden ze -gepland of ongepland- in de vijver. Voor de kleintjes is er aan de andere zijde van het terras een kleinere speeltuin met natuurlijke speeltoestellen.
Eten bij Brambergen
Een andere reden om hier heel vaak terug te komen, is de verantwoorde en originele menukaart. Vanaf ’s ochtends 10.00 uur kan je hier terecht voor ontbijt: smoothies, sapjes en yoghurt met home made granola en dadelstroop. Maar vooral de lunch en het diner zijn to die for. Zo at ik een doperwtenwafel met geitenkaas en muntdip. Hij won het nipt van de geroosterde bloemkoolsoep met amandel.
Ook voor de kinderen is er volop keuze, zowel verantwoord als minder verantwoord. Mijn kinderen kiezen steevast voor de pannenkoeken, maar ook een maiskolf op een stokje of een speltboterham behoort tot de mogelijkheden. Een bio knijpijsje toe om het af te maken.
Natuurmonumenten
Naast het restaurant bevindt zich het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten Gooi- en Vechtstreek. Regelmatig organiseren zij begeleide wandeltochten, themadagen en activiteiten voor kinderen.
In de Maison M Mindteaser van afgelopen week stelde ik de vraag “Hoe gaat het met je?”. Een ogenschijnlijk makkelijke vraag, maar antwoord geven hierop valt niet altijd mee. Om echt te kunnen voelen hoe het is, heb je rust nodig. Tijd om na te gaan hoe het zowel fysiek als mentaal gaat.
In een wereld gedreven door prikkels en drukte kan stilstaan een enorme uitdaging zijn. Er zijn sociale verplichtingen, werk, vrienden, sport en familie. En dan is er ook nog de telefoon die continue jouw aandacht opeist met de dwingende piepjes van Facebooklikes, appgroepen en e-mails.
Mocht je het lastig vinden om echt even niks te doen, dan zijn er talloze apps die je helpen om rust in te lassen. Het voelt wat tegenstrijdig; rust dankzij de telefoon, maar in dit geval is it here to serve you! Lees hier de beste drie apps voor me-time, rust en een moment van stilte.
De 3 beste apps voor jouw dagelijkse stiltemoment
Headspace
Mijn favoriet, dankzij de stapsgewijze opbouw, de theoretische onderbouwing en de leuke illustraties. Je hebt toegang tot talloze video’s met daarin uitleg over de werking van het brein en de invloed van meditatie.
iOS: de eerste tien dagen gratis, daarna in abonnementsvorm (bekijk in ITunes) Android: de eerste tien dagen gratis, daarna in abonnementsvorm (bekijk in Google Play) Headspace.com
Buddify
Een uitgebreide app, waarin je niet alleen je lokatie (thuis, op reis, sporten) kan kiezen, maar ook het doel van je meditatie (stress verminderen, in slaap vallen) kan instellen. Rust ingesteld op jouw wensen en behoeftes.
De Mindfulnessapp
Een heldere Nederlandstalige app met meditatietrainingen, bodyscans in verschillende lengtes en yogaoefeningen. En het goede nieuws is dat deze app helemaal gratis is.
Maison M Mindteaser is jouw wekelijkse video voor meer geluk. Laat je inspireren door een vraag die je laat nadenken over hoe het met je gaat en of de keuzes die je maakt nog steeds kloppen.
Hoe gaat het met je?
Om bij jezelf na te gaan hoe het echt met je gaat, zal je af en toe stil moeten staan. Of dat nu een lange vakantie is of een paar minuten per dag; dat maakt niet uit. Het gaat erom dat je jezelf de tijd gunt om te voelen. Gewoon zitten en een check-up doen. Wat voel je? Doet je nek pijn? Of je rug? En wat gebeurt er in je hoofd? Is het kalm of juist onrustig?
Spanning of stress
Er zit geen goed of fout aan wat je voelt. Het is zoals het is. Maar wát je voelt, zegt wel iets over hoe het met je gaat. Fysieke klachten zoals pijn in je nek of rug, kunnen wijzen op opgebouwde spanning. Vaak staan we er niet eens bij stil als we ons even niet fit voelen. Toch loont het om momenten in te lassen om stil te staan bij hoe het met je gaat. Door dit een gewoonte te maken, creëer je ruimte om tijdig bij te sturen in momenten van drukte of stress.
Het is zover; het verhaal van Timo is verteld. Hij is inmiddels ruim vier, zit in groep 1 en is alles wat je van een kleuter verwacht. Lief, soms ondeugend, maar vooral nieuwsgierig naar de wereld om hem heen. Hij eet meestal goed, maar niet altijd. Eten is en blijft zijn zwakke plek. Zodra Timo moe of niet lekker is, gooit hij de rem erop. Vakantie of iets anders wat zijn vaste structuur doorbreekt betekenen perikelen aan tafel.
Soms gaan we er goed mee om, soms niet. We trekken tijdig aan de bel als Timo weer te dun wordt. De kinderarts en logopediste Ivette staan nog altijd paraat. Is het zorgenvrij? Nee, dat niet. Maar het leven is weer leuk en we worden niet meer overspoeld door existentiële angsten. We hebben vertrouwen in de toekomst.
Vaak vragen mensen hoe we het hebben volgehouden. Ik heb daar maar één antwoord op: door zoveel fantastische mensen om ons heen. In de columns van het afgelopen haf jaar zijn er al meerderen de revue gepasseerd. Zoals onze kinderarts die letterlijk dag en nacht voor ons klaarstond. De verpleegkundigen die zorgden, luisterden en ons het vertrouwen als ouder teruggaven. De vrienden en vriendinnen die langskwamen met pannen soep en schalen lasagne. Ze waren er, onvoorwaardelijk.
Toch heb ik de drie belangrijksten nooit genoemd. Misschien door de vanzelfsprekendheid van hun aanwezigheid. Stille krachten die ervoor zorgden dat we niet verdronken in de woeste zee van zorg. Bescheiden helden die zich inzetten voor Timo zonder dat wij daar ooit om hoefden te vragen.
De juffen van Timo’s peuterspeelzaal De Stappertjes. Maandenlang deden ze een kaartje in zijn broodtrommel, als hij zijn bakje met brood op had. Een kaartje met voorop vaak een brandweer- of politiewagen en achterop woorden van aanmoediging en trots. “Goed zo Timo, weer je bakje leeg. Wat ben jij een knapperd.” Hij glunderde, elke keer weer. En was elke dag opnieuw vastbesloten zijn brood op te eten. Dankzij de kaartjes. Dankzij de juffen.
Oppas Willemijn. Waar andere oppassen ons in paniek belden als Timo weer eens overgaf, verschoonde zij zijn bedje en zette de wasmachine aan. Ze knuffelde hem net zolang tot hij weer rustig was en gaf vervolgens ook alle aandacht aan Cathelijne. Willemijn, die haar vriend regelde om clown te spelen op Cathelijnes vierde verjaardag, omdat wij op instorten stonden en nog niks voor het kinderfeestje hadden geregeld. Willemijn, die ons huishouden draaiende hield, wanneer ik in het ziekenhuis lag. Dankzij haar kon ik met een gerust hart zelf ook ziek zijn.
Mijn allerliefste ouders. Terwijl ik dit opschrijf, springen de tranen in mijn ogen. Mensen van wie je niet beter weet dan dat ze er zijn. Mensen die je vaak forgranted Mensen die letterlijk dag en nacht beschikbaar waren om bij te springen, op te vangen en te troosten. Die kookten, wasjes draaiden en Cathelijne talloze keren van school haalden.
Papa en mama, die net zo goed nachten wakker lagen van de zorgen en het verdriet om Timo. Hoe kan ik jullie ooit bedanken? De juiste woorden hiervoor moeten nog uitgevonden worden.
En nu? Nu gaan we door en blikken we zo nu en dan achterom. Trots dat we het als stel en gezin doorstaan hebben. Gelukkig dat de toekomst ons weer toelacht. Maar vooral wijzer. Het inzicht dat de liefde voor elkaar en tijd met elkaar zoveel belangrijker is dan al het andere, zal ik nooit meer kwijtraken. Ik ben dankbaar dat ik –naast het verdriet- zoveel waardevols heb mogen leren.
Daar ligt hij in het grote ziekenhuisbed van het AMC zijn narcose uit te slapen. Zijn perfecte gezichtje toont vredig, zijn lange wimpers liggen op zijn bleke wangen. In de hoek van het bed ligt z’n nieuwe Batmanpoppetje. Voor Timo de personificatie van stoer.
Ik zit naast hem en wacht totdat hij zijn ogen zal opendoen. Het duurt lang, maar inmiddels weet ik dat het loont om hem te laten slapen totdat hij zelf wakker wordt. Na vorige operaties wekte ik hem zachtjes. Ik wilde dat hij bijkwam, zeker weten dat hij niet in de narcose zou blijven.
Maar nu zit ik en wacht ik. Het tijdschrift dat ik heb meegenomen ligt ongelezen naast me. De beker Starbuckskoffie is inmiddels zo afgekoeld dat hij niet lekker meer is. Toch neem ik zo nu en dan gedachteloos een slok.
Ik staar naar mijn veel te grote groene operatiepak. Hoe vaak heb ik dit pak inmiddels aangehad? Hoe vaak heb ik al naast het bed van mijn zoontje gezeten, hopend dat deze operatie alles beter zou maken of in ieder geval antwoord zou geven op de vele vragen die nog onbeantwoord waren?
De verpleegkundige komt af en toe langs en checkt de monitoren. Het ziet er goed uit, volgens hem. Hij zegt dat Timo geen pijn lijkt te hebben. Geroutineerd noteert hij waardes die voor hem aan de orde van de dag zijn. Een quasi nonchalant grapje moet mij gerust stellen. Ik vermoed dat ik deze beantwoord met een glimlach. Maar misschien ziet hij alleen iets wat niet verder komt dan een grimas. Hij zal het gewend zijn.
En dan ineens klinkt daar het allerliefste stemmetje ter wereld. Nog schor van de intubatie en onvast door de narcose. Ik draai me om en zie zijn bruine ogen vanonder zijn wimpers naar me kijken. Vragend, angstig, maar helder. Instinctief weet ik dat het is gelukt. Dat de afgelopen jaren van ziekenhuisopnames, operaties, therapieën en polibezoeken niet voor niks zijn geweest. Dat ik niet voor niks mijn baan heb moeten opgeven en mijn carrière op hold heb moeten zetten. Dat ik in drie jaar tijd meer heb geleerd over mezelf dan in de vijfendertig jaar daarvoor en dat me dat een beter mens en een betere moeder heeft gemaakt.
Onze ogen vinden elkaar en onze blikken blijven een paar seconde hangen. Zijn blik dwaalt vervolgens af naar zijn gespalkte onderarm waarin het infuus zit en een frons trekt over zijn voorhoofd. Ik buig voorover, druk mijn lippen op zijn wang en fluister “Dag lief mannetje, je bent er weer. Alles is goed gegaan.” Een kleine glimlach verschijnt om zijn lippen en opnieuw wil hij me iets zeggen. Ik moet vooroverbuigen om hem te verstaan. Zachtjes hoor ik in mijn oor: “Mama, waar is mijn Batmanpoppetje?” Op dat moment ben ik dankbaarder dan ik ooit ben geweest. Ik geef hem zijn plastic Batmanfiguurtje aan en hij omklemt het als zijn grootste schat. Een superheld voor een superheld.
Samen met Alexander en Timo loop ik de lange gang door in het academische ziekenhuis. De gang waar nauwelijks daglicht binnenkomt, maar die desondanks lichter voelt dan ooit. Waar we talloze keren met lood in ons benen naar binnen zijn gelopen, maar die we nu met opgeheven hoofd doorkruisen. Zojuist kregen we het bericht dat Timo’s PEG-sonde eruit mag. Hij eet goed genoeg om het weer op eigen kracht te kunnen doen.
Twee jaar zat er tussen het plaatsen van de PEG-sonde en het moment van verwijderen. Twee jaar waarin Timo stap voor stap weer leerde eten en durfde te vertrouwen op zichzelf. We hebben gestreden hebben voor dit moment. En ondanks het gevoel van euforie, golft er een onrustige kriebel door mijn buik.
Hoewel ik aanvankelijk tegen de plaatsing van de PEG-sonde opzag, was het de beste beslissing die we – gezien Timo’s groeiachterstand- hadden kunnen nemen. De sondevoeding stelde zeker dat Timo voldoende calorieën binnenkreeg. Hij groeide, bloeide op en veranderde van een zieke dreumes in een levendige peuter. De sonde zorgde voor controle en meetbaarheid. En nu dit wegvalt, moet ik weer durven vertrouwen op Timo’s wil en durf om te eten. Spannend vind ik het, want ik weet hoe mis het kan gaan.
Ook verbaas ik me over mijn melancholische gehechtheid aan gewoontes die ik eigenlijk helemaal niet wil. Het streekziekenhuis in de buurt voelt haast huiselijk, het academisch ziekenhuis als bekend terrein. De kinderarts heb ik de afgelopen jaren vaker gezien dan mijn eigen vriendinnen. De verpleegkundigen van de thuiszorg waren mijn sociale contacten.
De gedachte aan het moeten missen van logopediste Ivette, veroorzaakt een brok in mijn keel. Twee jaar lang kwam ze meerdere keren per week bij ons thuis. Ze zag ons in het diepste dal en liep langs de zijlijn mee terwijl we opkrabbelden. Met het verwijderen van de PEG-sonde, verdwijnen vertrouwde plaatsen en dierbare gezichten.
In de lange gangen van het ziekenhuis pakt Timo onze handen. Ik omsluit zijn zachte jongenshandje en strijk er met mijn duim overheen. Hij huppelt tussen ons in en zingt. Wanneer hij naar ons lacht zijn de kuiltjes in zijn wangen diep en liever dan ooit.
Ik buig me naar hem toe en zak door mijn knieën. “Lieverd, je slangetje mag eruit. Je gaat binnenkort weer helemaal zelf eten.” De kuiltjes verdwijnen, het zingen stopt. Een fronsrimpel verschijnt op zijn gezicht. “Maar mama, dat wíl ik niet. Dan ga ik mijn slangetje missen.”
En dan realiseer ik me dat de sonde een wezenlijk onderdeel van hem is. De slang komt uit zijn buik en is letterlijk met hem verweven. Hij weet niet beter dan dat het een deel van zijn lichaam is. Ook hij zal vertrouwde gewoontes moeten gaan loslaten.
Ik til hem op en druk hem tegen me aan. Zijn blonde haartjes kriebelen in mijn neus. Hij klemt zijn armen stevig om mijn nek. Ik fluister in zijn oor dat ik snap dat het gek is, maar dat hij het kan. Omdat hij mijn dappere dodo is en hij voor zoveel hetere vuren heeft gestaan. Want feit is dat het gaat gebeuren. Nog een laatste operatie, voordat Timo weer een jongetje zonder slangetje is.
Ik ben sirenegek. Het is als volwassen vrouw gênant om te zeggen, maar zodra ik sirenes hoor, moet ik weten wat er aan de hand is. Ik check apps zoals 112meldingen en p2000. Ook raadpleeg ik Twitter in de hoop dat andere sensatiebelusten al een eerste update hebben gedaan. Als de sirenes echt dicht in de buurt zijn, ga ik zelfs weleens buiten kijken.
Het is iets genetisch; ik heb het van mijn vader. Ook mijn neef, die in de buurt woont, heeft het. We bellen elkaar zodra er iets aan de hand lijkt te zijn. Een traumaheli op het sportveldje achter onze huizen of een uitslaande brand in de buurt; wij staan van een afstandje te kijken.
In mijn jeugd –in het tijdperk voor de mobiele telefonie- woonde ik direct aan de hei. Als er daar brand of een ongeval was, werd er altijd bij ons aangebeld om het alarmnummer te bellen. Samen met buurkinderen sprongen we achterop de brandweerauto’s die met regelmaat op broeierige zomeravonden heidebranden kwamen blussen.
Begrijp me niet verkeerd. Ik vind het vreselijk dat er mensen zijn die op dat moment lijden. Ik ga dan ook nooit kijken bij het daadwerkelijke ongeval. Het gaat me om het geluid van de sirenes en het blauw van de zwaailichten. Het veroorzaakt een mengeling van angst en fascinatie, die aantrekt en afstoot tegelijkertijd.
In de talloze keren dat Timo opgenomen was, kwam ik dan ook volledig aan mijn trekken. Waar de aankomsten van ambulances in de academische ziekenhuizen vaak ondergronds of binnen zijn, arriveren de ziekenwagens in ons streekziekenhuis behoorlijk in het zicht. Vanaf bepaalde kamers op de kinderafdeling kijk je recht op de ingang van de spoedeisende hulp.
De eerste paar opnames zat ik met mijn neus tegen het raam gedrukt als er een vertrok of aankwam. En als Timo in een kamer verderop in de gang lag –met minder goed zicht- was ik toch een beetje teleurgesteld.
Hoe anders is het nu. Timo is sinds de plaatsing van de PEG-sonde niet meer opgenomen geweest. Sowieso komen we weinig in het ziekenhuis momenteel. Af en toe meten en wegen om zijn gewichtscurve in de gaten te houden. De rest van de begeleiding vindt plaats aan huis.
Zelf hoop ik voorlopig ook uit het ziekenhuis weg te blijven. Na een jaar vol long- en hartvliesontstekingen is het welletjes en hou ik me koest. Ik heb meer ziekenhuisafdelingen en –poliklinieken gezien dan me lief is. Dan maar geen sirenebevrediging.
Eindelijk komen we als gezin langzaamaan weer in een rustiger vaarwater. Timo heeft natuurlijk nog zijn PEG-sonde en de eettherapie is intensief. Mijn agenda is grotendeels gevuld met medische afspraken. Maar sinds het opzeggen van mijn baan is de ruimte er en accepteer ik het als iets wat nou eenmaal zo is.
Ons gezin transformeert stapje voor stapje weer naar ‘normaal’. En ik zet ‘normaal’ bewust tussen aanhalingstekens, want wat is normaal? Gezonde kinderen? Een agenda met steeds minder medische afspraken? Moeders die geen sirenegek zijn?
Normaal is voor iedereen anders. En voor ons gezin is normaal dat een jongetje met een slangetje uit zijn buik en zijn moeder helemaal uit hun dak gaan van zwaailichten en sirenes.
Wat is dat toch dat er eerst iets vervelends moet gebeuren voordat je tot inzichten komt? Dat je heel hard moet vallen, voordat je doorhebt dat de weg waarop je loopt te hobbelig is om te rennen. En pas wanneer je ligt, je doorhebt dat het tijd is om een pauze in te lassen.
Ik hou ervan als mijn weg kronkels en zijpaadjes heeft. Ik vind alles leuk en ben overal voor in. The more the merrier en waarom dingen begrenzen, als je ook over grenzen heen kan? ‘Ze wil altijd het onderste uit de kan’ zeiden mijn ouders toen ik klein was. ‘Een hedonist’ noemde een oud-collega me. En in de Enneagramcursus die ik ooit deed, hoorde ik dat ik een typische 7 was: de levensgenieter.
Maar nu er minder te genieten is en mijn weg gehinderd wordt door diepe kuilen en hoge bergen, is deze levenshouding eerder een valkuil dan een kracht. Structuur is wat ik nodig heb. En kunnen begrenzen. Nee leren zeggen en rust durven pakken, zonder dat ik bang ben dat ik dingen mis of buiten de boot val.
Nadat ik pas geleden met de ambulance was opgehaald, volgde vrij snel de diagnose: een hartvliesontsteking. Ook wel een pericarditis genoemd. De virale variant, de ongevaarlijke. Dus binnen een paar dagen was ik weer thuis. Met een rits medicatie en het uitdrukkelijke advies om rustig aan te doen. En voor het eerst in al die jaren voel ik dat rustig aan doen het enige is wat ik wil.
Rust om moeder te zijn van een zorgenkindje. Rust om hem te begeleiden in zijn dappere strijd om weer te leren eten. Rust om met mijn kleuterdochter te spelen. Ik wil weer in kinderboerderijen zitten, voorlezen en koekjes bakken. En als ik de kinderen even niet thuis heb, dan wil –nee, moet- ik relaxen. Slapen om mijn lichaam de kans te geven te herstellen. Op de bank liggen met een film of een mooi boek om mentaal op te laden. De batterij moet weer vol, want ik bén een zorgenmoeder. En een ziek kind kost zoveel meer energie dan een gezond kind. En wat een ziek kind het allermeest nodig heeft, zijn ouders die zijn ziekte kunnen dragen. Als de ouders omgaan, wordt de rest van het gezin meegetrokken.
Dus ik neem een besluit, dat ik tot voor kort niet kon nemen. Of misschien niet durfde te nemen. Ik stop met mijn vaste baan. Het werk waar ik zoveel van hou en waar ik voldoening uithaal. Het werk waar ik me in kan ontplooien. Maar ook het werk dat toewijding en voorbereiding vraagt. Waar vaak meer uren in gaan zitten dan ik kan waarmaken.
Ik stop, uit liefde voor mijn kinderen. Omdat ik er voor ze wil zijn. En ik stop uit liefde voor mezelf. Zodat ik weer de beste variant van mezelf kan worden. Ik weet dat er een dag zal zijn, dat mijn tijd weer komt. Misschien wil ik weer carrière maken, misschien ook niet. De tijd zal het leren en wat het ook is, het is goed. Maar nu ga ik weer ademen, letterlijk. De steken in mijn borst zullen plaats gaan maken voor frisse lucht. En met de frisse lucht, komen de hernieuwde energie en de levensveranderende inzichten. Het werd tijd…
Daar lig ik dan, wachtend op de ambulance. Toen ik een kwartier geleden in de wachtkamer van de huisarts op mijn beurt wachtte, werd de pijn op mijn borst steeds heviger. De pijn die ’s nachts begon en waarvan ik direct wist dat het niet in orde was. Terwijl het zweet in straaltjes van mijn rug liep, werden de zwarte vlekken voor mijn ogen talrijker. Net toen de huisarts riep dat het mijn beurt was, zakte ik in elkaar.
Nu hoor ik hem ergens in de verte het ziekenhuis bellen en vaag registreer ik zijn zorgelijke blik. Maar het kan me allemaal niet meer schelen. Het enige wat ik wil is dat de steken rond mijn hart en mijn onvermogen om adem te halen ophouden.
De laatste weken heb ik me al regelmatig afgevraagd hoe ik alle ballen in de lucht kon blijven houden. Timo’s eettherapie aan huis is fantastisch, maar vraagt veel van mij als moeder. Drie, soms wel vier medische afspraken per week moeten ingepland worden naast mijn vaste baan. Ook kook ik apart voor hem. Maaltijden die passen binnen de eettraining. Tel daarbij alle normale dingen op die moeders doen en mijn agenda puilt uit.
Regelmatig voelt een doordeweekse dag als een torenhoge drempel, waarvan ik niet overzie hoe ik hem over moet gaan. Paracetamol houdt me op de been, evenals koffie en slaappillen. Lapmiddelen die op lange termijn niet helpen, maar op korte termijn zeer effectief zijn. Dat ik hiermee alle signalen van mijn lichaam negeer, is kortzichtig, maar ook noodzakelijk. Ik weet niet hoe ik het anders allemaal moet doen.
Maar een lichaam is ingenieus en niet in de maling te nemen. Mijn lijf vertelt me al tijden dat het genoeg is en ik luister niet. Niet omdat ik niet wil, maar omdat ik niet weet hoe. Ik wil niemand teleurstellen en vooral mezelf niet. Ik hou van mijn werk en de gedachte om dat op te geven, vind ik onverteerbaar. Het biedt afleiding van de sores thuis en het laat me sporadische momenten geen zorgenmoeder zijn. En dat geeft me lucht en kracht om mijn zorgengezin te dragen.
Helaas is de lucht nu weg en kan ik letterlijk niet meer ademen. Ik onderga de handelingen van de ambulanceverpleegkundigen gelaten en merk dat ik opgeef. Ik lig en de wereld om me heen lijkt mijlen ver weg. Mijn arm bungelt en met het inbrengen van het infuus, stroomt het laatste beetje verzet weg. De pijnstilling die mijn aderen inglijdt, verdooft zoveel meer dan alleen maar de steken in mijn hart. Jaren van zorg en angst krijgen een aangename vernislaag.
Ik sluit mijn ogen en kruip weg onder het witte laken in een poging me te onttrekken aan de nieuwsgierige blikken van de toevallige aanschouwers. De wachtkamer door, de ambulance in. De huisarts pakt nog even mijn hand vast en kijkt me aan. Dan weet ik dat dít hetgeen is wat ik nodig heb; een hand die me steun geeft. Niet één hand, maar vele handen. Helpende handen die ondersteunen. Handen die al zo vaak uitgestoken waren, maar waarvan ik het moeilijk vond ze te grijpen. Vanaf nu pak ik ze aan en laat ik ze niet meer los. Want ik kan wel blijven doen alsof ik superkrachten heb, maar stiekem ben ik ook maar gewoon een mens.
Tijd voor jezelf tip: een kleurconsult van Colour me Beautiful.
Het stond al een tijd op mijn wensenlijstje om goed en grondig kleuradvies te krijgen. Welke kleuren staan me goed en welke niet? Eén blik op mijn kledingkast verraadt dat ik geen idee heb. De hele regenboog is vertegenwoordigd. Hoewel je van een fervent shopper misschien meer verwacht, is niks minder waar. Ik doe maar wat.
Dus op een zonnige morgen bezoek ik Kari, kleurconsultant van Colour me Beautiful. Zonder make-up op om een zo puur mogelijke analyse te krijgen. Kari legt uit dat er gewerkt wordt met zes kleurdominanties. Dit zijn:
warm (warm)
koel (cool)
diep (deep)
licht (light)
helder (clear)
gedempt (soft)
Diep
Met behulp van lappen stof bepalen we mijn hoofddominantie: diep. Zwart en donkerbruin zijn goede kleuren voor mij, maar ook flessengroen, aubergine en scharlakenrood staan prachtig. De combinatie met koele tonen zorgt voor tinten als petrol, fuchsia en frambozenroze. Ook die kleuren hebben een mooie uitwerking op mijn gezicht.
Welk verschil?
Wanneer je een kleur draagt die past bij jouw kleurdominantie, zie je direct verschil in je gezicht. Bij mij spreken mijn ogen veel meer en wordt mijn huid egaler. Zachte en warme kleuren maken me bleek en mijn huid lijkt er vlekkeriger door.
Make-up advies
Kari trekt het principe van kleurdominantie door in mijn make-up. Colour me Beautiful heeft een eigen make-uplijn passend bij de dominanties. Lipgloss Sangria zou ik zelf nooit uit de schappen hebben gepakt, maar hij staat zo mooi. Het bijpassende lippotlood en de perfect matching foundation neem ik ook meteen maar mee.
Shoppen met een mapje
Met een mapje vol kleurstalen stap ik tweeëneenhalf uur later weer naar buiten. Vanaf nu shop ik met dit mapje in mijn tas en voorkom ik hopelijk een heleboel miskopen.
Een kleurconsult van Colour me Beautiful is niet goedkoop. Ik betaalde EUR 160,-, maar Kari nam dan wel ruimschoots de tijd. En ik kreeg zelfgebakken chocoladetaart aangeboden. Soms moet je het jezelf gunnen. En ik kan zonder overdrijven zeggen dat ik de rest van mijn leven profijt ga hebben van deze kleurenanalyse.
Timo zit aan tafel. Voor zijn neus staat een bord met een theelepel spinazie, een flinter kipfilet en een druppeltje aardappelpuree. Grote angstogen kijken naar het eten dat klaar staat voor mijn nee-eter. Logopediste Ivette moedigt hem voorzichtig aan om het stukje kip met één vinger aan te raken. Hij zoekt mijn ogen en ik knik haast onzichtbaar. Een fractie van een seconde legt hij zijn vinger op het eten. De eerste stap is gezet.
Ik kijk toe en een zucht van opluchting ontsnapt aan mijn lippen. Hoe lang zijn we al zoekende? In de eerste maanden zochten we naar de oorzaak van het huilen, daarna naar de reden van het meerdere keren per dag spugen. Vervolgens begon de zoektocht naar de onderliggende oorzaak van het niet eten en het vele ziek zijn. De laatste weken zochten we naar de juiste behandeling om Timo weer aan het eten te krijgen.
Niet alleen Timo moest zich goed voelen bij de eettherapie, maar wij ook. Je kind ergens achterlaten op een plek die niet fijn voelt, was geen optie. Ook verdiepten we ons in methodieken die bewezen en voor velen succesvol waren, maar die ons als gezin niet aanspraken. Mensen –buitenstaanders- hadden meningen en oordelen, zonder ons te kennen. Maar we bleven trouw aan onze intuïtie en wisten dat er een juiste aanpak voor Timo zou zijn. En nu zijn we zover.
In onze zoektocht naar de best passende eettraining voor Timo, hebben we met hulp van de kinderarts een team van professionals samengesteld. Een logopediste, psycholoog, diëtist, orthopedagoog en een ergotherapeut werken samen om onze peuter weer aan het eten te krijgen. Vanuit huis, vanuit zijn veilige basis. De plek waar wij onszelf kunnen zijn. Waar we kunnen lachen en huilen met elkaar. De plek waar we hopelijk talloze mooie herinneringen zullen maken.
Soms peins ik hoe het zo ver gekomen kan zijn. En vraag ik me af of deze groep mensen mijn kind weer kan laten eten. Kunnen we ooit weer een normaal gezin worden, waar het avondeten een moment van gezelligheid is? Waar de kaarsjes aangaan, iedereen zijn verhaal van zijn dag vertelt en waar we lachen met elkaar?
Nadat Timo het stukje kip zachtjes heeft aangeraakt, heeft Ivette het op een vork geprikt. Timo’s lievelingsvork, met een afbeelding van Barbarapapa erop. Hij kijkt haar aan en kruipt bij haar op schoot. Ze aait hem over zijn haartjes en brengt de vork naar zijn mond. Timo kruipt nog dichter tegen Ivette aan, sluit zijn ogen half en hapt de flinter kip af. Terwijl een rilling over zijn rug loopt, besluit hij om door te gaan, het vlees te kauwen en door te slikken.
Ivette prijst hem. Als beloning mag hij een sticker plakken. Ik kijk toe en voel mijn buik branden van trots. Trots op mijn kleine bange mannetje, dat zojuist één van de voor hem hoogste drempels ooit genomen heeft. Trots op Ivette, dat ze met zoveel geduld mijn kereltje weer laat eten. En trots op Alexander en mezelf, dat we zo trouw zijn gebleven aan ons eigen gevoel. Ons gevoel dat ons vertelde dat thuis voor Timo de beste plek is. De veilige plek vol liefde waar we zo graag zijn. Vanaf hier gaan we na jaren zoeken eindelijk weer bouwen.
Laat ik mijn peuter uit huis plaatsen of niet? Dat is de vraag waar we momenteel mee worstelen. Timo heeft sinds kort een PEG-sonde. De volgende stap is om hem weer normaal te leren eten. Daar zijn verschillende opties voor. Aan ons de keuze hoe we dat gaan doen. Maar wát een rotkeuze.
Zo is er de mogelijkheid voor een eettraining van twee weken, gevolgd door online begeleiding. Ik bekijk de website en zie afbeeldingen van kinderen op een groot plastic kleed die van top tot teen onder het eten zitten. Een picknick, waar ouders eten en kinderen voedsel spelenderwijs mogen ontdekken. Zonder enige druk en met al hun zintuigen. Een mooie filosofie, maar niet geschikt voor mij. Ik vind niks viezer dan kinderen die van top tot teen onder het eten zitten. Deze aanpak valt dus af.
Next. Een medisch kinderdagverblijf waar eettherapie aangeboden wordt. Op een druilerige zondagmiddag rijden we naar zo’n kinderdagverblijf bij ons in de buurt. Vanaf de lege parkeerplaats staren we naar de vrolijke raamtekeningen op het betonnen gebouw. Links ervan ligt een tankstation, rechts een goedkoop hotel met vitrage voor de ramen. We zitten, kijken en zeggen niks. Zonder er ook maar één woord aan vuil te maken, start Alexander de auto en rijdt weg van deze plek. Om hier nooit meer terug te keren.
Dan is er nog de behandeling waar Timo intern zou moeten gaan. Een aantal maanden –soms wel negen- wonen de patiëntjes in het ‘eethuis’. Van maandag tot en met vrijdag, op zeker een uur rijden bij ons vandaag. De gedachte aan mijn jongetje van twee, alleen in een vreemd bed met zijn knuffel in zijn armpjes geklemd, breekt mijn hart. Ik krijg er letterlijk pijn in mijn buik van.
Begrijp me niet verkeerd; de behandeling in deze huizen staat hoog aangeschreven. Ze zullen vast fantastisch voor mijn kind zorgen. Maar ik voel aan alles dat dit niet het juiste pad is. Niet voor ons en niet voor hem. Laat je bij een keuze als deze je gevoel de logische, rationele argumenten overstemmen? Wij dus wel. Slim? Misschien niet. Maar mijn moederhart schreeuwt dat we dit niet moeten doen.
Wat willen we dan wel? Een zo normaal mogelijk leven dat een tweejarige hoort te hebben. En zo dicht mogelijk bij hoe een ‘normaal’ gezin hoort te functioneren. Dát is wat we willen en waar we naar gaan zoeken.
Ik geloof vanuit het diepst van mijn tenen dat een moederhart weet wat het beste is voor haar kind. En ja, je wordt soms geleid door angsten. Maar wanneer je angst en intuïtie weet te scheiden, dan komt daar vanzelf het juiste pad om te bewandelen. Durven vertrouwen op je eigen plan, betekent soms ook niet meegaan in de gangbare paden. Tegendraads zijn en adviezen naast je neerleggen. En dat laatste is moeilijk. Want hé, een deskundige weet toch het best waar hij het over heeft?
Maar jij bent deskundige over je gevoel en je levensweg. En daarover heb jij de regie en bepaal jij de regels. Dus vanaf nu trekken we weg van de gebaande paden en nemen we het kronkelende bospad. Waar soms stronken de tocht bemoeilijken en we modderpoelen moeten doorwaden. Waar zo nu en dan één van ons vier zal struikelen. Maar het is het pad waar de bomen groen zijn en de vogels fluiten. Het pad dat we met z’n vieren kunnen nemen. Het pad dat zoveel mooier is dan geplaveid beton.
Aan de voordeur hing een plastic tas. We vertrokken vanmorgen om half negen, dus iemand moet hem in alle vroegte opgehangen hebben. Ik heb de tas eraf gepakt en gekeken wat er in zat. Een enveloppe en een zachte bruine teddybeer. Toen ik de handgeschreven kaart las, stroomden de tranen over mijn wangen…
Inmiddels zit Timo in zijn ziekenhuisbed met uitzicht op de Amsterdam Arena en klemt hij de teddybeer stevig tegen zich aan. Morgen krijgt hij zijn PEG-sonde. De ingreep waar we tijden over getwijfeld hebben, maar waarvan we toch hopen dat het verlichting zal brengen. Weg met de neussonde en bijbehorende kapotte wangen van de pleister. Weg met het keer op keer opnieuw moeten inbrengen en de hartverscheurende gevechten die Timo dan met de thuiszorg levert. Weg met het gevoel niet te kunnen stoeien en knuffelen, omdat we per ongeluk het slangetje uit zijn neus kunnen trekken.
Dus we maakten de beslissing die ons vanuit meerdere kanten aangeraden werd. En nu zijn we hier in deze mooie kamer van de nog mooiere kinderafdeling in het AMC.
Ik zit op de bedbank en leun tegen de muur. Timo heeft Beer inmiddels een mondkapje opgezet en beluistert het berenhart met de stethoscoop.
Als de verpleegkundige binnenkomt, ploft hij naast me op het bed. Een man, niet piepjong meer. “Ben je er klaar voor?” vraagt hij en ik zucht. Kan je klaar zijn voor zoiets? Ik weet het niet. “Zorg dat je er voor hem bent morgen.” Ik antwoord dat we er zeker zijn en dat de opvang voor onze dochter geregeld is. “Nee, dat bedoel ik niet. Zorg dat je er helemaal bent, zowel met je hoofd als met je lijf. Echte aandacht, volledige aanwezigheid.” Ik kijk hem aan en hoor wat hij zegt. Er zijn en er écht zijn, kunnen mijlenver uit elkaar liggen. Fysiek aanwezig zijn met een hoofd vol afleiding en angsten, is heel iets anders dan met aandacht en vertrouwen aanwezig zijn. Durven voelen, bang durven zijn, maar ook mogen hopen op een goede afloop.
Dankbaar staar ik deze bijzondere verpleegkundige aan en glimlach naar hem. Deze paar zinnen leren mij iets wezenlijks. “Dank je wel, ik ben er klaar voor.” En ik meen het. Ik heb vertrouwen in wat er komen gaat en in de mensen die zich over mijn kind zullen gaan ontfermen.
Dan valt mijn blik op het kaartje dat in het tasje bij de beer zat. Het kaartje van Timo’s kinderarts, die ons bij al zoveel bumpy roads heeft bijgestaan. “Lieve Timo, lieve papa en mama van Timo. Heel veel sterkte met de operatie. Het gaat goed komen.” De laatste letters zijn uitgelopen door mijn tranen. Tranen van spanning, maar vooral van dankbaarheid voor zoveel mooie mensen die vanuit echte betrokkenheid voor mijn kind zorgen. En daarmee ook voor mij als moeder en voor ons als gezin. Mensen die mij levenslessen leren over vertrouwen en goedheid. Juist wanneer het buiten donker lijkt te zijn, stralen sterren op hun helderst.
Er staat een lange rij bij de gate voor de vlucht naar Parijs. Timo en Caat drukken hun handen, neuzen en slangetje tegen het raam om de bedrijvigheid van komende en vertrekkende vliegtuigen op het platform te bekijken. Ze lachen als er een koffer van de laadkar valt. Ook zij weten dat Timo inmiddels op de wachtlijst voor een PEG-sonde staat. We hebben na lang aarzelen deze beslissing genomen. Maar voor het zover is, hebben we zin in quality time met z’n viertjes. Dus Euro Disney here we come!
Een medewerkster van KLM komt naar ons toe en kijkt met een vragend gezicht naar Timo’s sonde. Wanneer hij een grote lach op zijn gezicht tovert, in zijn handjes klapt en naar de vliegtuigen wijst, verschijnt er ook een glimlach op het gezicht van de grondstewardess. “Gaan jullie mee, dan brengen we jullie alvast aan boord. Dan zijn jullie onze VIP’s.” Ze pakt Caats hand en wij volgen met Timo. “De eerste rij is nog vrij, dus ga maar lekker zitten. Ik pak alvast iets leuks voor de kinderen.” Twee stralende gezichtjes kijken me aan en ik laat me achterover zakken in de vliegtuigstoel.
Ook de receptionist in het Disneyhotel kijkt met -de ons inmiddels bekende- zorgelijke blik naar Timo. Als de hotelkamer pas een paar uur later klaar blijkt te zijn, knipoog ik naar Caat om vervolgens te benadrukken dat we de kamer echt nú nodig hebben om Timo in rust sondevoeding te kunnen geven. Dat we dat in de taxi al hadden gedaan, hoeft niemand te weten.
Een kwartier later liggen we op de twee enorme bedden met uitzicht op het kasteel van Doornroosje. We lachen om ons kleine leugentje en ik vertel de kinderen dat het eigenlijk niet helemaal netjes is. Maar hé, er zijn mensen die om minder een grote mond opzetten. En vandaag genieten we van de prettige voordelen die Timo’s sonde ons oplevert.
Terwijl ik zo lig, kijk ik naar Caat. Mijn dappere peuter, die al zoveel te verduren heeft gehad met haar zieke broertje. Haar haartjes hangen slordig langs haar gezicht en ze danst voor Timo. Ze lacht en zingt en is voor heel even Elsa.
Een gevoel van intense liefde en dankbaarheid zwelt aan en vult mijn lijf vanuit mijn tenen. Mijn twee mensjes, broertje en zusje, die zo’n valse start hebben gehad. Caat, die lange tijd niet eens naar Timo durfde te kijken vanwege zijn sonde. Die met haar rug naar hem toe ging zitten, omdat ze de aanblik niet kon verdragen. Die ons zo vaak heeft moeten missen door de talloze ziekenhuisbezoeken en –opnames. Het zusje van. De ondankbare taak die ze zomaar in haar schoot geworpen kreeg, zonder keuze, zonder inspraak.
En nu zweeft ze naar me toe, springt op bed en zegt dat ik Anna ben. Alexander is Sven, zoals altijd. En Timo moet Olaf zijn. Even is ze stil, kijkt naar haar broertje en grinnikt “Soms is het best handig, zo’n slangetje. Kan hij hem niet wat langer houden?” Ik neem haar in de houdgreep en overlaad haar met kusjes. Mijn meisje, mijn lieve dappere Elsa, mijn fantastische ‘zusje van’.
Voor meer informatie over ‘broertje of zusje van’ zijn: www.brussenboek.nl
Mijn moeder zegt altijd; niks is grensverleggender dan je eigen kind. Alle principes en ideeën die je dacht te hebben, zet je zonder blikken of blozen overboord wanneer je mini me dat vereist. Zo ken ik genoeg vrouwen die sky high ambities hadden, maar deze bij de eerste aanblik van hun pasgeborene samen met de placenta wegkieperden. Keuzes die eerst van levensbelang leken, worden in een oogwenk ondergeschikt aan het belang van het kroost.
Wanneer je een ziek kind hebt, word je geconfronteerd met vraagstukken waarvan je je nooit voor mogelijk had gehouden dat jij er het juiste antwoord zou moeten gaan geven. Antwoorden die sowieso een keerzijde hebben, welke optie je ook kiest.
Op dit moment worstelen Alexander en ik met de vraag of het voor Timo beter zou zijn om een PEG-sonde te plaatsen. Geen neussonde meer, maar een permanente slang direct vanuit zijn maag door zijn buikwand naar buiten. Timo heeft zoveel last van het slangetje uit zijn neus; het inbrengen ervan, zijn kapotte wangen door de pleister, de beperkingen bij het spelen. Maar een PEG-sonde is ook geen sinecure. Een operatie met de bijbehorende risico’s, een directe open verbinding naar zijn maag en een gaaf klein jongensbuikje waar dan zomaar een stuk kunststof uit hangt. Het voelt als de keuze tussen twee slechte opties en we weten niet wat wijsheid is.
Hoe maakt je zo’n beslissing? Natuurlijk bestuderen we alle informatiebrochures en laten we ons voorlichten door de deskundigen. Maar ondertussen tolt mijn hoofd en heb ik het gevoel dat ons mannetje nóg meer een patiëntje wordt wanneer we de PEG laten plaatsen. Ik blijf hoop houden dat Timo onverwacht weer gaat eten, we de neussonde eruit halen en het probleem is opgelost. Alles weer normaal, iedereen blij. Een illusie, ik weet het. Maar het verschil tussen weten en hopen is groot wanneer het om je kind gaat.
Een PEG-sonde is definitiever. Er is niet alleen een operatie nodig om hem te plaatsen, maar ook om hem na een aantal jaar te vervangen of –misschien ooit, als Timo weer zou eten- te verwijderen.
En nu is er dus het punt waarop we de keuze moeten maken tussen stabiel slechte situatie of een scenario waarvan we niet weten hoe het zal zijn en wat het ons zal brengen.
Ik schuif het voor me uit. Zeg tegen de kinderarts dat ik het moet laten bezinken. Thuis kruip ik achter de laptop om me te verdiepen in ervaringsverhalen van kinderen met een PEG. Al op het eerste forum, stuit ik op een in your face afbeelding van een ontstoken buikje. Veel rood, pus en een vertwijfelde moeder.
Ik klik weg, ga de stad in en koop een paar schoenen, dat al een aantal weken op mijn wensenlijstje stond. Veel te duur en eigenlijk ben ik blut. Maar niks is grensverleggender dan je eigen kind en de zorg voor je kind. Daar heeft mijn wijze moeder toch mooi gelijk in.
Wat maakt toch dat vrouwen –en misschien wel moeders is het bijzonder- zo moeilijk ‘nee’ kunnen zeggen? Dat we het anderen naar de zin willen maken, willen zorgen en denken dat we alles tegelijk kunnen? Kinderen, werk, vriendinnen, sporten; doen we allemaal, noproblem. We houden zoveel ballen in de lucht en gaan liever tegen beter weten in door, dan dat we aangeven –of misschien wel toegeven- dat het niet allemaal lukt.
De afgelopen week lag ik in het ziekenhuis met een flinke longontsteking en een longvliesontsteking. En voor wie dat laatste niet kent; houden zo. Het veroorzaakt een niet te beschrijven pijn. Maar los daarvan; eigenlijk was het best fijn om gewoon eens een paar dagen te liggen en niks te moeten. Niks te mogen zelfs, want de artsen waren onverbiddelijk. Ik lag, sliep en at vier dagen boerenkool met worst, wat by far de beste optie was van de ziekenhuismenukaart. In de ochtenden, als het karretje van de ontbijtservice langsrinkelde, vroeg ik steevast twee witte boterhammen met boter, pindakaas en hagelslag. Daarna sliep ik verder, liet me zo nu en dan wekken voor onderzoeken, prikken of een arts aan mijn bed, om vervolgens weer in te dommelen.
Na een dag of twee slapen voelde ik me weer dusdanig dat het Grote Netflix Bingen begon en keek ik –eindelijk- de laatste twee seizoenen van Downton Abbey. Na de laatste aflevering, kreeg ik ruimte in mijn hoofd om te gaan denken en ruimte in mijn lijf om te gaan voelen. Dat laatste was een stuk confronterender dan het eerste. Ik ben kampioen denken in mogelijkheden en positiviteit en ik meen te denken dat alles mogelijk is als je maar wil. Maar dat je met deze gedachte volledig voorbij kan gaan aan de eigenlijke staat van je lichaam, had ik me tot deze week niet voldoende gerealiseerd.
Voelen is iets geks. Ik voel al jaren mee met Ludo en Janine. Zelfs bij huwelijk nummer drie zit ik weer met een brok in mijn keel. Ook huil ik nog steeds bij het shot van Maxima, die een traan wegpinkt, terwijl Adios Nonino door mijn ziel snijdt. Maar voelen hoe het écht met mij gaat, is eng. Mijn lichaam heeft me duidelijk iets te vertellen en eigenlijk wil ik het niet horen. Het trekt aan de noodrem, terwijl mijn hoofd in sneltreinvaart door wil. En hé, die sneltreinvaart is toch wat we met z’n allen ambiëren? Het leven is kort, avontuurlijk en vol met mogelijkheden. Stilstand voelt als de kansen onbenut laten.
Maar nu staan de seinen op rood en vraag ik me af hoe ik de rust een definitieve plek in mijn leven kan geven. Welke bal laat ik bewust op de grond vallen, zonder daarna moeite te doen om hem op te rapen? En hoe deal ik met het bijbehorende schuldgevoel? Want als ik ervoor kies om een middag op de bank te liggen met een goed boek, dan ben ik er dus niet voor die vriendin met liefdesverdriet of voor mijn baas die resultaten wil zien.
Ik besluit al deze vragen te parkeren tot na de kerstvakantie en van het ‘beter voor mezelf zorgen’ een goed voornemen te maken. Welke bal er met een grote worp de prullenbak ingaat, dat weet ik nog niet. Daar denk ik nog even niet over na. Nu ga ik thuis, in mijn eigen bed, door met de Netflixmarathon. Kikker en vriendjes, dat dan weer wel. Want inmiddels zijn er twee warme lijfjes naast me komen liggen die samen een bal vormen, die sowieso in de lucht moet blijven. Maar één bal hooghouden, kan prima vanuit bed. En de kant en klare boerenkool van de slager is ook best te eten.
Ik lig in het ziekenhuisbed en ik probeer de geluiden die uit het bed tegenover me komt te definiëren. Ik weet niet of het boeren of winden zijn. Misschien wel allebei. In ieder geval lijkt de oudere heer die ze produceert er zelf geen enkele moeite mee te hebben. Ik daarentegen sluit de gordijnen rondom mijn bed en bel naar huis. Terwijl mijn stem dichtknijpt vertel ik Alexander dat ik opgenomen ben. Longontsteking en longvliesontsteking.
Nog geen anderhalf uur geleden zat ik in de wachtkamer van de polikliniek longgeneeskunde. Omdat ik de afgelopen weken zoveel hoestte en pijn bij het ademen had, stond er al een afspraak gepland met de longarts. Dus toen ik vanmorgen wakker werd en nauwelijks nog kon inademen van de pijn, wist ik dat het mis was. Zowel zitten als liggen zorgden voor niet te hanteren steken op mijn borst en rug. Alleen lopen verlichtte iets. Ik pakte mijn tas en deed er ook maar een tandenborstel in, samen met een set schone kleren en een tijdschrift. Ik wist dat ik na mijn polibezoek niet zomaar naar huis zou gaan.
“Wat is dat toch met die vrouwen die altijd alles maar zelf willen doen. Je kan ook hulp vragen hè?” De longarts stak niet onder stoelen of banken dat hij het maar niks vond dat ik alleen naar het ziekenhuis was gekomen. “Er zijn mensen die voor deze klachten een ambulance bellen en jij komt in je eentje met de auto.”
En ik weet dat hij gelijk heeft, maar ik weet ook niet hoe het anders moet. Als gezin met een zorgenkindje sta je onder zulke hoogspanning. We lopen allemaal op onze tenen en doen meer dan we eigenlijk aankunnen. Maar er is geen andere keuze dan doorgaan en het leven zo goed mogelijk blijven leven. Met ladingen paracetamol, dat dan weer wel. Dus toen ik vanmorgen deze helse pijnen voelde, besloot ik om alleen naar het ziekenhuis te gaan. Want als Alexander met me mee zou gaan, had ik eerst nog opvang voor de kinderen moeten regelen. En die energie had ik niet meer. Dus stapte ik in de auto met een hoge dosis pijnstilling en een geforceerde glimlach. Want moeders zijn onbreekbaar, toch?
En nu lig ik hier in een ziekenhuisbed en druppen pijnstilling en antibiotica door het infuus mijn lichaam in. En hoe meer mijn pijn verdoofd wordt, hoe meer verdriet ik voel. Verdriet om het hebben van een ziek kind, verdriet om het feit dat ik niet overeind ben gebleven en verdriet om de onrechtvaardigheid van de situatie. Maar het rottigst voel ik me om het feit dat ik vanavond het eerste kerstdiner op school van mijn dochtertje mis. Mijn lieve kleuter, die al de hele week uitkijkt naar samen nageltjes lakken en haar mooie jurk aandoen. Die haar haren in een vlecht wil en me dolgraag de versierde klas wil laten zien. Ondanks dat ik weet dat het niet mijn schuld is, voel ik me schuldig. Ik ben er niet voor haar.
Als ik Alexander spreek vertel ik hem dat hij haren zal moeten vlechten. Dat hij nageltjes moet gaan lakken. En dat hij als de wiedeweerga naar me toe moet komen. Want ik kan het niet alleen.